Paragraaf 7 Oefentoets
Download de pdf van onderstaande oefentoets. Maak een print, vul het juiste antwoord in en controleer daarna het resultaat.
Kies goed (g = ) of fout (f = )
1. Ethiek is een optiek en ook een wetenschap.
of
2. In sommige beroepen speelt ethiek wél een rol, in sommige beroepen niet.
of
3. Mensen kunnen een onderwerp (bijvoorbeeld toerisme, horeca, marketing, sport) vanuit verschillende optieken bekijken.
of
4. Een voorbeeld van een ethisch oordeel: een winkel die niets aan een product kan verdienen, kan dat product beter buiten het assortiment laten.
of
5. Bij beginselethiek gaat het om principes, onafhankelijk van de gevolgen van een mogelijke handeling.
of
6. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is een voorbeeld van islamitische ethiek.
of
7. Belangrijke christelijke waarden zijn vrijheid, naastenliefde en genot.
of
8. John Stuart Mill was een gevolgenethicus.
of
9. Kant was van mening dat ethiek niet aan de orde is bij het handelen vanuit neiging.
of
10. Ethiek als proces begint bij een goede ethische analyse.
of
11. Ethische motivatie is van belang bij het omzetten van een ethisch oordeel in een ethische handeling.
of
12. Mensen laten zich in hun morele gedrag nooit leiden door hun omgeving.
of
13. Een vertaling van het woord stakeholders: belanghebbenden.
of
14. Waarden zijn de verwachtingen die we hebben over het gedrag van mensen.
of
15. Belanghebbenden zijn individuen en groepen die een verantwoordelijkheid dragen voor een bepaalde beslissing.
of
Antwoorden
1g, 2f, 3g, 4f, 5g, 6f, 7f, 8g, 9g, 10f, 11g, 12f, 13g, 14f, 15f.
Uitslag:
1 t/ 9 vragen goed: slecht.
10 en 11 vragen goed: onvoldoende.
12 vragen goed: voldoende.
13 goed: ruim voldoende.
14 goed: goed.
15 goed: uitstekend.