Paragraaf 6 Standpunt: techniek gebruiken voor een ideale mens

Opdracht 22

We geven nu nog een derde opvatting over genetische manipulatie. Het is een bioconservatief standpunt van prof. dr. ir. E. Schuurmans. Hij is vooraanstaand lid van de ChristenUnie en was bijna 28 jaar lid van de Eerste Kamer.

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

a. Wat bedoelt Prof. Schuurmans met ‘technicisme’?
b. Waarom past het maakbaarheidsgeloof niet bij het christelijk geloof?
c. Prof. Schuurmans hanteert argumenten tegen (bepaalde vormen van) genetische manipulatie. Geef daarvan een puntsgewijze samenvatting.
d. Welke levensbeschouwelijke standpunten een rol spelen (denk aan de zes kernvragen van levensbeschouwing).
e. Sluit de opvatting van Schuurmans aan bij de opvatting van Kuitert of van de transhumanisten?​

Bioconservatieven
De bioconservatieven zijn er op tegen dat er middels techniek ingegrepen wordt in de menselijke natuur. Ze hebben daar verschillende argumenten voor:

a.  een religieus argument. De mens is geschapen naar Gods beeld. Elk mensenleven heeft gebreken en beperkingen. De mens hoort respect te hebben voor de schepping. Hij hoort niet eenzijdig de kwaliteit van het leven te bepalen;
b.  we nemen beslissingen over toekomstige mensen, zonder dat deze er in gekend kunnen worden;
c.  er ontstaat een ongelijkheid in de samenleving tussen de programmeurs en de geprogrammeerden. De democratie komt onder druk te staan als sommigen de macht krijgen over de erfelijke eigenschappen van mensen;
d.  er ontstaat een ongelijkheid in de samenleving tussen verbeterde en niet-verbeterde mensen.

We geven nu een voorbeeld van een bio-conservatief stadpunt met een christelijke inkleuring.

De mens moet niet voor God spelen
Via de moderne voortplantingstechnieken (bijvoorbeeld IVF) kan er op verschillende manieren worden omgegaan met menselijke embryo’s. Zo kunnen embryo’s die uitgroeien tot gehandicapte kinderen verwijderd worden. Maar embryo’s kunnen ook geselecteerd worden, bijvoorbeeld meer jongens dan meisjes. Of er wordt gekozen voor embryo’s die zeer intelligente mensen zullen voortbrengen.

Een volgende stap is het manipuleren van de embryo’s met behulp van de kennis van het genenbestand. Zo zou de medische wetenschap in de toekomst ‘zieke’ genen kunnen vervangen door ‘gezonde’ genen.

Ook kunnen nieuwe genen worden toegevoegd. Uiteindelijk dreigen we de kant van de eugenetica op te gaan: het ‘veredelen’ van het menselijk ras. Vaak wordt er gezegd dat je als individu hier niet aan mee hoeft te doen. Mensen zijn vrije wezens: ze kunnen altijd kiezen. . Dit is echter een twijfelachtige opvatting. In de praktijk zijn mensen niet zo vrij: er zal een grote sociale druk op ouderparen zijn om ‘verantwoord’ om te gaan met de voortplanting. De norm zal zijn geen gehandicapt kind op de wereld te zetten, omdat … (vul zelf maar in).

De rol van de techniek
De achtergrond van deze ontwikkeling is het technicisme in onze samenleving. Dat is de opvatting dat alle problemen opgelost kunnen worden met behulp van wetenschap en techniek. De mens wil tegenwoordig heer en meester zijn over zijn bestaan. Hij wil zelf schepper, verlosser en vernieuwer zijn van het bestaan. Het technicisme is een soort levensbeschouwing, met als kern het maakbaarheidsgeloof. Dit geloof gaat ervan uit dat de mens zelf in staat is de wereld (inclusief zichzelf) naar eigen inzichten in te richten.

Sinds de industriële revolutie neemt het technicisme een steeds centralere plaats in binnen ons denken en doen. Toegegeven moet worden dat wetenschap en techniek veel goeds hebben gebracht: betere gezondheidszorg, meer voedsel, meer welvaart, meer comfort, enzovoort. Langzamerhand zien we echter ook de andere kant van de medaille. Denk maar eens aan de natuurontwrichting en de milieuvervuiling.

Een goed voorbeeld van technicisme is de manier waarop tegenwoordig wordt omgegaan met de dieren in de intensieve veeteelt. Het dier wordt alleen nog maar gezien als een productiemiddel. Aan de moderne voortplantingstechnieken in de veehouderij zien we dat de seksualiteit van de dieren en hun voortplanting worden opgeofferd aan de techniek en de economie.

Het technicisme met haar maakbaarheidsgeloof is in strijd met een christelijke visie op de plaats van de mens in de schepping. Deze visie gaat ervan uit dat elke mens geschapen is naar Gods beeld. Elk menselijk individu is uniek in Gods ogen.

Gods liefde en zorg gaan naar elk mensenleven uit. Dat leven heeft altijd zijn gebreken en beperkingen, bij de een meer, bij de ander minder. Mensen moeten niet denken dat zíj eenzijdig kunnen bepalen wat een menswaardig bestaan is. De mens bepaalt niet alleen de kwaliteit van het leven.

De mens die het menselijk leven gaat veredelen, gaat zijn boekje te buiten. Mensen moeten niet voor God spelen. We zullen bijvoorbeeld moeten accepteren dat handicaps bij ons leven horen. Doen we dat niet, dan gaan we op allerlei manieren proberen te voorkomen dat er gehandicapt leven ontstaat. Maar zeggen we dan ook niet tegen mensen die tijdens hun leven door een ziekte of ongeluk alsnog gehandicapt raken: ‘jouw leven is eigenlijk waardeloos’?

Een uitweg
Er is een uitweg mogelijk uit de negatieve spiraal van het technicisme. Die uitweg houdt in dat onze samenleving anders tegen wetenschap en techniek gaat aankijken. Wetenschap en techniek moeten niet overheersen maar dienen. We moeten wetenschap en techniek gebruiken vanuit de liefde tot God en de naaste.

In de wetenschap moet allereerst de vraag gesteld worden naar God, naar de Oorsprong van alles. Volgens de bijbel is alles uit, door en tot God geschapen. Wanneer we niet in de gaten hebben dat alles met God te maken heeft, lopen we het risico het geheel van de dingen niet meer goed te begrijpen. De rol van de wetenschap moet daarom beperkt zijn. De wetenschap kan niet álles in haar greep krijgen. Het leven is immers een schepping van God: ten diepste een geheim dat gerespecteerd moet worden.

Genetische manipulatie is alleen verantwoord indien de identiteit van een mens niet echt wordt aangetast. Daarom is eugenetica onwenselijk. Gentherapie op orgaanniveau is onder een aantal voorwaarden wel toegestaan. Daarbij moeten we wel respect hebben voor de organen die belangrijk zijn voor de identiteit van een mens. Te denken valt daarbij aan de hersenen (als geheel) en aan de geslachtsorganen die de geslachtscellen produceren.