Paragraaf 6 Rollen bij debatteren

We geven nu aan welke rollen er zijn in een debat en welke taken bij deze rollen horen.

a. De voorzitter
De voorzitter opent het debat door een stelling te presenteren. Hij kan deze stelling op verschillende manier inleiden:

  • door een context te geven aan de stelling (bijvoorbeeld door te wijzen op de actualiteit van het vraagstuk achter de stelling);
  • door een kort gesprek te voeren met een voor- of tegenstander van de stelling;
  • door het woord te geven aan een opinion leader die een bepaald standpunt inneemt in het debat over de stelling.

Overigens zijn er nog allerlei andere mogelijkheden om een debat in te leiden: denk aan een rollenspel of een stukje video.

De voorzitter heeft de leiding over het debat:

  • hij geeft de debaters steeds het woord;
  • hij bewaakt dat de debaters evenveel beurten en kansen krijgen;
  • hij houdt de spreektijden in de gaten;
  • hij ziet er op toe dat de debaters zich aan de stelling houden en niet teveel uitweiden;
  • hij ziet toe op de debatdiscipline en grijpt waar nodig in (steeds één debater aan het woord!);
  • hij speelt soms advocaat van de duivel en vraagt debaters om toelichting als zaken niet helder zijn;
  • hij stimuleert dat debaters respectvol met elkaar omgaan;
  • hij sluit het debat af.

b. De debaters
De debaters krijgen een stelling toegewezen. Meestal gebeurt dit vooraf. Eventueel krijgen zij een rol toe gewezen: ze moeten de stelling verdedigen of aanvallen. Wanneer de debaters voor de bijeenkomst de stelling en hun rol te horen krijgen, hebben ze de mogelijkheid zich voor te bereiden. Daarbij gaat het om de volgende zaken:

  • het bedenken van een heldere interpretatie van de stelling;
  • brainstormen over zoveel mogelijk argumenten;
  • het ordenen op voor- en tegenargumenten;
  • reacties op deze voor- en tegenargumenten bedenken;
  • het ordenen van de argumenten op rangorde en volgorde;
  • het verdelen van de argumenten over de debaters;
  • nadenken en voorbereiden van de wijze van presentatie: bijvoorbeeld gebruik van humor, oneliners en non-verbale presentatie.

De voorstanders beginnen met het verdedigen van de stelling. De tegenstanders hebben als belangrijkste doel het aanvallen van de stelling.

c. De jury
De jury wijst de winnaar van het debat aan. Zij is onpartijdig. Bij een debat op school is het ook mogelijk dat de docent een oordeel uitspreekt en daar een cijfer aan koppelt. Eventueel kunnen leerlingen ook een rol spelen in de beoordeling.

d. Het publiek
Het publiek is aandachtig luisteraar. Zij kan uiting geven aan haar opvattingen door bepaalde inbreng van debaters te honoreren met applaus.

Oefenstellingen voor een debat
De docent beschikt over een aantal oefenstellingen.